ArchiSols, dat staat voor “Archives des Sols” (bodemarchief), is een collectief onderzoeksproject gefinancierd door Innoviris, de overheidsinstelling die onderzoek en innovatie ondersteunt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het staat onder leiding van urban.brussels, het Rijksarchief te Brussel en de Université libre de Bruxelles, in samenwerking met Leefmilieu Brussel, de gemeentebesturen van Anderlecht, Ukkel en Sint-Lambrechts-Woluwe, verschillende experts, expertisecentra en burgerverenigingen.
ArchiSols wil het gebruik van de Brusselse bodem verbeteren door de variabiliteit van zijn kwaliteit in kaart te brengen. We worden ons geleidelijk bewust van de erfenis van door de mens veroorzaakte schade aan de bodem, de ondergrond en het grondwater, in het bijzonder de vervuiling ervan, maar ook schade aan hun goede fysieke en biologische toestand (verdichting, erosie, verlies van organisch materiaal, verharding, aanwezigheid van ondergrondse infrastructuur …). Die bewustwording hangt samen met een verschuiving in onze huidige belangstelling voor “de bodem als drager” ten behoeve van de lineaire economie naar “de bodem als hulpbron” met ecosysteemfuncties.
Bodemkwaliteit is vandaag de dag een vrij onbekend en weinig toegankelijk stuk informatie. Het is een aspect dat te laat in aanmerking wordt genomen in vrijwel alle ontwikkelingsprocessen die betrekking hebben op de ruimtelijke ordening. Vaak is het gebaseerd op dure bodemanalyses die over het algemeen leiden tot de niet erg duurzame verwijdering van verontreinigde grond en opvulling met gezonde grond. Een beter begrip van de geschiedenis van activiteiten op een site zou het mogelijk maken om te anticiperen op lokale bodemverontreiniging die voorheen onbekend of onverwacht was.
Er is heel wat “passieve” kennis over de geschiedenis van de bodem, zowel in archieven als in het collectieve geheugen. In het digitale tijdperk zijn die informatiebronnen echter een stuk moeilijker toegankelijk en wordt er daardoor onvoldoende gebruik van gemaakt. ArchiSols wil de geschiedenis van de bodem en het grondgebied belichten door hulpmiddelen te ontwikkelen, waaronder een participatief platform om bij te dragen aan archiefgegevens met geolokalisatie en ze in beeld te kunnen brengen. Het is de bedoeling dat die nieuwe informatie de werkwijze van degenen die betrokken zijn bij ruimtelijke ordening verandert. Ze kunnen die bijvoorbeeld opnemen in wettelijke instrumenten voor bouwplanning en -regelgeving, of in voorschriften voor goede praktijken voor projectontwerpers en studiebureaus.
Aan de hand van de veronderstellingen op basis van die historische informatie, in sommige gevallen bevestigd door bodemonderzoek, kan een onderscheid worden gemaakt tussen gebieden waarvan wordt aangenomen dat ze gezond zijn en gebieden die verontreinigd zijn. Het doel is om de bodembestemming te optimaliseren op basis van het gebruik dat er wordt verwacht en om te helpen een keuze te maken tussen concurrerende functies op eenzelfde locatie. Er zal bijvoorbeeld een tendens zijn om gezonde bodems te vrijwaren en toe te wijzen aan functies die baat hebben bij die goede bodemkwaliteit, zoals stadslandbouw, speelplaatsen, gebieden met een hoge biologische waarde enz. en om bebouwing te voorzien op bodems die minder gezond zijn.